‘Hoe beter wij anderen in stelling kunnen brengen, hoe meer tijd wij hebben voor de patiënt’
Na een aantal mooie jaren in het westen en midden van het land, besloten Marin Peereboom en haar partner om naar de Achterhoek te verhuizen. Daar vonden ze tot hun grote geluk een prachtige boerderij in een groene omgeving, precies waar ze op uit waren. Behalve naar een huis moest Marin ook op zoek naar een nieuwe baan. Die vond ze bij GGNet in Doetinchem, waar ze sinds september 2021 als psychiater werkt op de poli, in het FACT-team en als waarnemer op de high intensive care (HIC).
“Hoe het me bevalt bij GGNet? Ik geniet van de samenwerking in het team, waarin iedereen in zijn kracht staat en als één functioneert om onze patiënten verder te helpen. Daarnaast ben ik erg te spreken over de ruimte die de organisatie geeft om me te ontwikkelen én om te pionieren. Je kunt hier als medewerker de diepte of juist de breedte in, net wat je voorkeur heeft. Zo ben ik zelf betrokken bij de plannen om met het Slingeland Ziekenhuis samen te gaan werken volgens het model van een POP*-poli.”
Drijfveer
“Bij mijn vorige werkgever heb ik een moeder-baby-unit opgezet en een paar jaar op de POP-poli gewerkt. Kinderwens, zwangerschap, bevalling en je nieuwe rol en identiteit als ouder, het is een bewogen periode in het leven. We weten dat de eerste duizend dagen na de geboorte essentieel zijn voor de hechting, veiligheid en ontwikkeling van je kind. En we weten dat kinderen van ouders met een psychiatrische aandoening kwetsbaar zijn om zelf ook psychiatrische klachten te ontwikkelen. Dus als we direct in die fase zorg en ondersteuning kunnen bieden, kunnen we van grote meerwaarde zijn. En dit werkt vooral als we ons hiervan zowel binnen de poli, als in de outreachende zorg, kliniek en maatschappij bewust zijn. Dat is voor mij een enorme drijfveer.”
Rol van betekenis
“Wat ik in mijn werk erg belangrijk vind, is dat we niet alleen naar de patiënt kijken. Als het even kan, betrekken we ook het systeem: partner, kinderen, ouders, school, huisarts, maatschappelijk werk, woonbegeleiders, iedereen met een rol van betekenis in het netwerk rondom de patiënt. Voor veel partners is het bijvoorbeeld best ingewikkeld om mee te bewegen met de ziekte en het herstel van de ander. Stel je maar eens voor: eerst is er de depressie van je man of vrouw die ook jouw leven op z’n kop zet. En als het dan gestaag beter gaat, dan moet ook jij je op allerlei fronten weer zien aan te passen. Bovendien leven er een aantal grote vragen waar jullie antwoord op moeten zien te vinden, zoals: hoe kan ik/mijn partner een goede ouder zijn als ik/de ander terugkerende depressies heeft? Op het gebied van voorlichting aan en samenwerking met het systeem rondom de patiënt zie ik een belangrijke taak voor ons – eentje die we best wat meer naar ons mogen toetrekken. Want wat daarbij namelijk ook geldt: hoe beter wij anderen kunnen adviseren, voorlichten en in stelling kunnen brengen, hoe meer tijd wij hebben voor het behandelen van de patiënt.”
Volstrekt normaal
“Geluk is geen recht. Af en toe ongelukkig zijn, hoort bij het leven. Ook daarover praat ik met mijn patiënten en hun naasten. Want we leven in een tijd waarin de focus veelal op het goede en het mooie gericht is, maar laten we niet uit het oog verliezen dat het volstrekt normaal is als het ook eens niet zo lekker gaat. Dat je je soms niet zo fijn voelt. En dat dit niet betekent dat je permanent ongelukkig zal zijn. Mensen die dat kunnen accepteren – patiënten en hun omgeving, wij allemaal – staan sterker in het leven.”
* POP: Psychiatrie, Obstetrie (verloskunde) en Pediatrie (kindergeneeskunde)