Gepubliceerd:

Meer dan een bewogen jaar

De ledigheid van het bestaan … eigenlijk heeft het me altijd bezig gehouden. Als kind urenlang bezig zijn met de vraag wat het doel is van dit leven. Heel basaal, maar het bracht soms wel een sombere ondertoon in mijn gevoelswereld. Alles extreem willen doorleven slaat ook alles plat. Je vergeet bijna te leven. Deze zin gaf mij, naast de enorme vlinders in de buik, de bevestiging dat Piet de man was voor mij. We trouwden snel en in hetzelfde tempo was ik zwanger. Het jaar 1996 was een bewogen jaar … Ik was zeven maanden zwanger en moest een acute blindedarm operatie ondergaan. Onze zoon moest met spoed gehaald worden, omdat ik na vier dagen bevallen nog geen een cm verder was gekomen. Mijn beste vriend kreeg een ernstig auto ongeluk en lag weken in coma. Ik kreeg de mededeling dat ik kanker had. Als ik in de jaren daarvoor al een point of life gevonden had, dan was ik hem in de lente van 1997 volledig kwijt.

Goede gesprekken met de lampen

Het startte met dat ik mijn ogen niet meer op kon maken, want mijn handen trilde als rietjes. Uiteindelijk belandde ik op de bank met een baby om voor te zorgen en een man die voor mijn gevoel even weg was geweest, maar feitelijk al een hele dag gewerkt had. Ik liep rondjes in mijn hoofd, op zoek naar een uitgang die ik maar niet vinden kon. Angstig voelde ik me niet, want ik had goede gesprekken met de lampen. Ze stelden me gerust en gaven aan dat ik niet moest stoppen met de uitgang te vinden. Ik verzorgde onze zoon volledig onbewust, at steeds minder en werd wel in toenemende mate wanhopig omdat ik de cirkels in mijn hoofd niet kon doorbreken. Gedachten die meer waren dan gedachtes. Ik vertoefde in letterlijke doolhoven vol met zinnen, letters, uitspraken van dichters en filosofen en het leven gleed aan me voorbij.

Totaal geen grip

Piet was van mening dat ik ‘gewoon’ wat moest gaan doen. Maar dat was het probleem: iets doen betekende de uitgang vinden. De dag dat hij om 18 uur thuis kwam en ik werkelijk geen idee meer had van tijd en wel geconfronteerd werd met de bewijzen dat ik onze zoon verzorgd had, is de dag dat ik hulp ben gaan zoeken. Beetje verdwalen in mijn hoofd is geen probleem, beetje geruststellend praten met de lampen ook niet. Maar werkelijk geen grip meer hebben op de tijd, mijn omgeving en mijn kindje … dat vond ik beangstigend.

Herstellen van mijn rollen

Ik werkte destijds bij een grote GGZ-instelling in het westen van het land en zei tegen de huisarts dat ik absoluut niet verwezen wilde worden naar hen. Zo kwam ik terecht bij een klinisch psycholoog in een privé praktijk. Ze keek me aan en startte met het ontrafelen van mijn hoofd door mij echt te zien en alleen maar bezig te gaan met het herstellen van mijn rollen. Mijn rol als jonge moeder, want die rol vervulde ik inmiddels met afstand tot mezelf. Mijn rol als partner die ik in mijn beleving niet had. Mijn rol als vriendin, waarbij ik ver weg woonde van mijn netwerk. Wat later ook mijn rol als werknemer. Ik weigerde medicatie en heb wel gehoord dat mijn klachten passend waren bij een postnatale depressie met psychotische kenmerken, maar daar ging het verder nooit meer over.

De uitgang

Nog altijd ben ik onder de indruk van het geluk dat ik gehad heb in 1997 … puur toevallig bij iemand terecht komen die aansloot bij mijn hulpvraag: “Help me de uitgang te vinden, zodat ik weer kan leven en functioneren”. De uitgang waren mijn rollen, was mijn leven. De ontwarring in mijn hoofd, doordat er iemand oordeelvrij naar me luisterde bracht de lampen tot zwijgen en gaf me de ruimte en lucht om mijn rollen weer langzaam vorm te geven.

Reisgenoot

Door mijn intensieve samenwerking met ervaringsdeskundigen de afgelopen jaren ben ik me pas gaan realiseren dat ik ook ervaringskennis heb. Ik ben niet deskundige, maar heb wel mijn verhaal en mijn ervaring. Een bron van waaruit ik werk en dagelijks met veel passie aan de slag ga met wat er werkelijk toe doet. Goede zorg zit hem in de goede samenwerking, het oprechte contact vanuit presentie wat maakt dat je als hulpverlener bescheiden moet zijn in je acties. Tijdelijke reisgenoot … niet meer of minder dan dat. En ik ben dagelijks dankbaar dat ik van betekenis kan en mag zijn hiervoor.

Zonder verdwalen

Ik weet de paden in mijn hoofd beter te bewandelen zonder te verdwalen. Nog steeds heb ik een melancholische ondertoon in mijn stemming en moet goed letten op de juiste hoeveelheid slaap. Mijn handen zijn ook nu nog de beste stoplichten: trillen als een rietje is een symptoom van stress. Niet erg als ik er regie op heb, en toch een goed alarmsysteem als dat even niet zo blijkt te zijn.

Zichtbaar voor elkaar

Voor mij zijn de jaren 1996 en 1997 altijd niet anders geweest dan de jaren ervoor of erna. Hiermee bedoel ik dat ik me pas sinds kort realiseer dat er veel taboe en schaamte zit bij mensen om ook dit soort gebeurtenissen te delen. Ik heb daar zelf nooit last van gehad, omdat het zo nadrukkelijk onderdeel is van wie ik ben. Ik ken er geen schaamte voor, maar weet inmiddels dat er veel collega’s zijn die dat wel hebben. Mijn verhaal delen is voor mij hetzelfde als het delen van je weekend, belangrijke gebeurtenissen als geboorte, dood, feestmomenten en een goed boek. Ik kan verdwalen in mijn hoofd, maar niet in mijn geschiedenis. Ik zou wensen dat iedereen, daar waar het kan, met dezelfde luchtigheid naar zijn of haar verhaal zou kunnen kijken. De geschiedenis is immers wat ons mensen de bevestiging geeft dat we leven en het maakt ons wat meer zichtbaar voor elkaar. Schaamte, angst en ook (zelf)stigma zou daar geen rol in moeten hebben.

Lees meer #OpenUp verhalen

Lees hier de verhalen van Jarde en Saskia.