'Ik ben gefascineerd door de werking van de hersenen’
Bij een goede analyse van de complexe problematiek van kwetsbare ouderen komt heel wat kijken. Veel ouderen praten niet gemakkelijk over hun psychische klachten. En dat zij daarbij vaak onbegrepen lichamelijke klachten en cognitieve problemen hebben, maakt hun diagnose en behandelplan tot een ingewikkelde puzzel. Een puzzel die psychiater Paul Naarding juist zo graag legt.
“Als jonge dokter ging mijn interesse aanvankelijk uit naar de neurologie; ik was gefascineerd door de werking van de hersenen. Wat verderop in mijn studie ontdekte ik dat de psychiatrie met het oog op de hersenen een veel complexer en daardoor voor mij interessanter vakgebied is. Zeker bij oudere patiënten speelt vrijwel altijd een combinatie van somatische en psychische klachten die op elkaar inwerken, maar welke symptomen horen waarbij? Dat vraagstuk vind ik superinteressant. Bovendien kan ik vanwege die fysieke ziektelast van veel patiënten ook mijn vaardigheden als arts nog geregeld inzetten. Dat maakt mijn vak heel veelzijdig en erg leuk.”
Scherpe kantjes
“De meerderheid van onze patiënten heeft te maken met angst- of stemmingsklachten en somberheid; ik schat zo’n 70 tot 80 procent. Grofweg de helft van hen kampt duidelijk met een depressie en is gebaat bij een stapsgewijze behandeling met medicatie, gesprekken, gedragstherapie en soms elektroconvulsietherapie. Bij de andere helft van de patiënten blijken de depressieve klachten bijkomend en gerelateerd aan bijvoorbeeld vermoeidheid, somatische klachten, verminderd cognitief functioneren, eenzaamheid of afgenomen zelfredzaamheid. Deze ouderen knappen vaak zonder intensieve behandeling, na een opname van een week of twee, zienderogen op. De aandacht en begeleiding, lichamelijke verbetering op een aantal fronten, het vaste dag- en nachtritme en het kunnen loslaten van de regie halen de scherpe kantjes eraf. Maar wat lastig is, eenmaal thuis, waar zij weer alles zelf moeten doen, gaat het vaak opnieuw mis. We hebben ouderen in de regio veel te bieden – ambulante psychiatrische zorg, ondersteuning door de huisarts en praktijkondersteuner ggz, deeltijd/dagbehandeling, thuiszorg en dagbesteding –, maar bijna alle organisaties komen personeel tekort en mantelzorgers of vrijwilligers kunnen niet alle nodige zorg op zich nemen. Het wringt.”
Slimme technologie
“Een ontwikkeling waarover ik enthousiast ben, mede door de huidige druk op de zorg, is de toepassing van technologie in de ouderenzorg. Met digitale diagnostiek en zorg op afstand kunnen we een deel van onze patiënten sneller, efficiënter en laagdrempeliger helpen en wellicht hun zelfregie en zelfredzaamheid vergroten. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het afnemen van een cognitieve test op een tablet voor een eerste indruk van iemands functioneren. Of aan een tussentijds online consult waarvoor de patiënt de deur niet uit hoeft. Een ander voorbeeld is het tracken van activiteiten en het meten van functies met elektronische en digitale hulpmiddelen. In theorie kunnen we zo heel veel bruikbare informatie verzamelen en slim benutten.
We dragen bij het Expertisecentrum Ouderen bij aan onderzoek op dit terrein en zijn dit voorzichtig aan het uitproberen, maar het gaat nog wel even duren voor dit staande praktijk is. Ik vind het zelf in elk geval heel leuk me hierin te verdiepen.”
Levensverhaal
“Bij het Expertisecentrum Ouderen ontwikkelen we kennis ter verbetering van de diagnostiek en behandeling in de dagelijkse praktijk. Dat doen we in nauwe samenwerking met universiteiten, academische ziekenhuizen en ketenpartners zoals huisartsen en verpleeghuizen. En samen met patiënten en hun naasten. Een belangrijke onderzoeksrichting is die naar de invloed van de levensloop van patiënten op klachten van somberheid, lusteloosheid, verdriet, angst, eenzaamheid of uitzichtloosheid. Hoe werken persoonlijkheid en context – denk aan jeugdervaringen, opvoedstijl, karaktereigenschappen, opleiding, leefstijl en ervaringen van geluk en verlies – door op de manier waarop mensen oud en ziek of zelfs dement worden? Zijn daar bepalende factoren in aan te wijzen?”
Zingeving
“In dit onderzoek delen psychiaters, psychologen, geriaters, huisartsen en andere ouderenexperts hun kennis over gedrag, veroudering, lichamelijke ziekte, medicatie, thuissituatie, relaties en meer. Door die kennis te combineren met wat we te weten komen over de invloed van het levensverhaal van patiënten, leren we depressies bij ouderen en onderhevige of bijkomende klachten beter te begrijpen. Dit helpt ons bij het ontwikkelen van interventies op maat die bijdragen aan meer welbevinden en zingeving voor oudere patiënten. Bovendien zien we dat het reflecteren op hun leven de ouderen helpt bij het accepteren van hun psychische klachten, waardoor zij met meer compassie naar zichzelf kunnen kijken. Het is heel mooi als dit aanslaat. Ik denk dat we de laatste jaren van hun leven zo aanzienlijk meer kwaliteit kunnen geven.”